Gekker kunnen ze het niet maken! Op 24 oktober 2025 oordeelde het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat bedrijfstakpensioenfondsen 21 procent omzetbelasting moeten rekenen over de pensioenpremies die zij innen bij werkgevers. Tot nu toe was het uitgangspunt dat pensioenpremies zijn vrijgesteld van omzetbelasting.
De bedrijfstakpensioenfondsen voor de bakkers en voor de schilders spanden een rechtszaak aan tegen de Belastingdienst. Zij betoogden dat voor een beperkt deel van de premie wel omzetbelasting in rekening zou moeten worden gebracht. Dat zou ze een (beperkt) omzetbelasting-voordeel opleveren. Maar nu heeft de rechter geoordeeld dat over de hele pensioenpremie omzetbelasting moet worden gerekend.
In afwachting van het mogelijke cassatieverzoek van beide pensioenfondsen hoeft de pensioensector nog geen actie te ondernemen. Maar enige onrust bij de fondsen is aanwezig. Komt door de administratieve last die dit met zich mee gaat brengen.
Omzetbelasting op pensioenpremies treft veel non-profit organisaties , die niks met de in rekening gebrachte omzetbelasting kunnen doen.
In de zorg, welzijn en het onderwijs zal de uitspraak veel pijn gaan doen. Veel van deze non-profit organisaties zijn namelijk vrijgesteld van omzetbelasting. Zij kunnen daarom geen omzetbelasting verrekenen en kunnen evenmin aanspraak maken op het btw-compensatiefonds, zoals gemeenten dat bijvoorbeeld wel kunnen. Voor hen stijgen de pensioenpremies door de btw-heffing.
De sector zal moeten wachten tot de hogere rechter hierover een voordeel gaat vellen. We zijn zeer benieuwd, want de consequenties zijn aanzienlijk negatief.